De ‘magiërs uit het Oosten’ brachten volgens het Mattheüs-evangelie het Kerstkind hulde. In de middeleeuwen werden deze figuren de Heilige Drie Koningen: Caspar, Melchior en Balthasar.
Goud, wierook en mirre
Het Mattheüs-evangelie (2:1-12) vertelt dat er magiërs uit het Oosten naar Bethlehem waren gekomen om de pasgeboren Koning der Joden te huldigen. Zij hadden een ster zien opkomen die hen naar Christus leidde. Toen ze Maria en het kind zagen, vielen ze op hun knieën neer en brachten Jezus hulde. ‘Ze haalden hun schatten tevoorschijn en gaven Hem goud, wierook en mirre als geschenk.’
Magiërs
Er is in de Bijbel geen sprake van koningen. In de Griekse grondtekst staat het woord μαγοι (magoi). Vroeger werd dat met ‘wijzen’ vertaald. In de nieuwe Nederlandse Bijbelvertalingen staat ‘magiërs’. Magoi zou kunnen duiden op sterrenwichelaars, astronomen, priesters of koninklijke raadgevers. Met het Oosten kan Perzië, Babylonië of Arabië bedoeld zijn.
Drie
Hoeveel magiërs er naar Bethlehem kwamen, vertelt Mattheüs niet. De christelijke traditie zegt dat er drie waren, mogelijk vanwege het drietal geschenken: goud, wierook en mirre.
Koningen
Dat de oosterse wijzen door de traditie koningen zijn geworden, komt mogelijk door een bepaalde interpretatie van Psalm 71 (72). In deze aan Salomo toegeschreven psalm wordt de glorie van de Koning van Israël beschreven. Er staat:
De steppebewoner knielt voor hem neer, zijn vijanden kussen het stof. De koningen van Tarsis, van de eilanden, zij dragen geschenken aan; de koning van Saba, de koning van Seba, zij komen hun schatting betalen. Zie, alle koningen bukken voor hem en alle volken zijn hem tot knecht. (9-11)
Ster van Bethlehem
Over de ster die de magiërs de weg naar Bethlehem wees, is in de loop der tijd veel gespeculeerd. De opvatting dat de Messias in Bethlehem, de stad van David, geboren zou worden, was ook in het Oosten bekend. Dat de magiërs de ster beschouwden als een teken van de geboorte van de Messias, zou verklaard kunnen worden door hun kennis van de profetie van Bileam:
“Ik zie hem, maar niet in het heden, ik aanschouw hem, maar niet van nabij; een ster komt op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël.” (Numeri 24: 17)
Conjunctie of komeet?
In de moderne tijd hebben sommige exegeten de ster van Bethlehem geïnterpreteerd als een kosmisch verschijnsel dat werkelijk heeft plaatsgehad. Sommigen menen dat het een conjunctie was van planeten, zoals die van Jupiter en Saturnus, in 1603 waargenomen door de Duitse astronoom Johannes Kepler; anderen beweren dat het de Komeet Halley geweest moet zijn. Anderen beweren dat de ster een zuiver theologisch motief is.
Caspar, Melchior, Balthasar
In apocriefe geschriften en legenden hebben de oriëntaalse magiërs een naam gekregen. Zij werden ‘geïdentificeerd’ als Melchior, koning van Nubië en Arabië; Balthasar, koning van Gondolië en Saba; en Kaspar, koning van Tharsis en van het eiland Egryscilla. Zij zouden de drie takken van het menselijk geslacht vertegenwoordigen. Deze drie takken zijn volgens de Bijbel het nageslacht van de drie zonen van Noach: Sem, Cham en Jafet.
Keulen
Tegenwoordig is de heersende opvatting dat de magiërs geen historische personen zijn geweest. In de premoderne tijd was men er echter van overtuigd dat ze echt bestaan hebben. De overlevering wil dat Sint Helena (ca. 248-ca. 329), moeder van keizer Constantijn de Grote, hun stoffelijke resten had ontdekt. Zij liet ze overbrengen naar Byzantium en later naar Milaan. Keizer Frederik I (Barbarossa) verplaatste ze naar Duitsland. De Keulse aartsbisschop Reinhold van Dassel kreeg in 1164 toestemming de relieken bij te zetten in de kathedraal van Keulen. Tot op de dag van vandaag worden ze nog steeds in de Keulse Dom bewaard.
Epifanie
De feestdag van Driekoningen werd in de Westerse kerken gevierd op 6 januari. Tegenwoordig valt Driekoningen samen met het hoogfeest van Epifanie, veelal gevierd op de zondag na 1 januari.
Bron: website KRO-NCRV